Een puber kiest tegen zichzelf.

Een puber kiest tegen zichzelf.

Als er een ja gevraagd werd, gaf zij een nee. Als ze uitgenodigd werd, bedacht ze zich. Als iemand haar naar bejegende, zocht ze juist contact en deed mee, tegen zichzelf.

Evenals de peuter over wie ik gisteren sprak met zijn moeder. Hij riep maar NEE, NEE, NEE!

Als ik tegen mezelf ben, voel ik me sterk, sprak de 14-jarige hoogbegaafde jongedame uit. Dan ben ik iemand.  Ze schrikt ervan. Soms komt de waarheid hard binnen als je ze uitspreekt. Nee, voegt ze eraan toe, zo bedoel ik het niet.

Ik zwijg. We weten beide wel beter. Ik weet dat ze het weet, en dat ze het voor het eerst durft uitspreken. Ik vertel haar van mijn koffertje op het plein, waar ik vroeger, toen ik haar leeftijd had, op ging staan. Van mijn legerkistjes en  oversized soldatenjack. Brullend vanuit mijn fort, tegen de wereld.

Wat voelde ik mij alleen, zeg ik. Ik ben op een stoel gaan staan. Zij volgt me. Samen staan we daar, heel groot en heel stoer. We klimmen op tafel. Onze lichamen opgepompt.

Dan breekt ze. Ik kan niet meer, zegt ze.

Ze maakt contact, met zichzelf…!  Op weg naar contact met anderen.

 

Hadewych Simonis is coach en trainer voor Gevoelige Denkers in Monster. In individuele begeleidingstrajecten en groepstrainingen werkt zij met kinderen, en hun ouders en begeleiders aan grond onder de voeten. Zodat de Gevoelige Denker weer stevig staat! Weet je welkom. Je wordt gezien!
Nee, ik wil alleen.

Nee, ik wil alleen.

Als ik samenspeel, kom ik mezelf tegen. Als ik mezelf nog niet zo goed ken, kan dat best lastig zijn. Dit zegt de jongen van 6 niet. Hij zegt het wel met zijn ogen. Vermoed ik.

Ik vraag het hem.

Ik wil alleen, zegt hij.

Ik hoor je, zeg ik. Jij wil alleen. Jij gaat nu alleen. Met deze magneten. En dadelijk, dadelijk gaan we wat anders doen. Dan ga ik met jou en nog iemand aan de grote tafel een experiment doen, met de grote magneet, en met een batterij. – Hij kijkt me met grote gretige ogen aan, en kijkt dan snel naar beneden. – Wie zullen we kiezen om mee te doen? De grote, kleine jongeman wijst. Ik vraag hem: zou zij dat willen?

Ik denk wel dat zij dat wil, zegt hij. Ik denk alleen dat ze liever alleen speelt. Maar misschien wil ze dat ook wel met mij.

Twee dingen hoor ik hem zeggen. Alleen willen, en samen willen. ‘ We gaan het haar vragen!’, zeg ik actief. En intussen heeft deze grote jongeman zijn antwoord al gegeven.

Wij komen er wel!

 

Tijdens club GRONDIG HB komen kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd, èn beleeftijd elkaar tegen in hun spel, in hun onderzoek, in hun ruimte. Dit levert veel moois en uitdagends op, waaronder kleine drempels die, met een zetje, te nemen zijn, en deze kinderen veel opleveren! Prachtig om hiervan getuige te zijn, en in mee te bewegen en zo nu en dan wat tegen om wrijving en daardoor glans te veroorzaken.

Waar gewenst werk ik met de kinderen naast de club ook individueel, en in kleine trainingsgroepen; en coach ik de ouders en leerkrachten, hoe zij er nog meer voor hun kinderen kunnen zijn zodat ook het hoogbegaafde kind kan groeien!

 

Hadewych Simonis is coach en trainer voor Gevoelige Denkers in Monster. In individuele begeleidingstrajecten en groepstrainingen werkt zij met kinderen, en hun ouders en begeleiders aan grond onder de voeten. Zodat de Gevoelige Denker weer stevig staat! Weet je welkom. Je wordt gezien!

 

Ja, je mag er zijn, maar houd wel even je mond!

Ja, je mag er zijn, maar houd wel even je mond!

Hoe dan? Waarom? Waar? Wanneer?

De eindeloze stroom vragen van dreumesen, peuters, en wat oudere ‘sponzen’ drijft ouders en anderen soms tot wanhoop. Wat moet ik ermee?

Hij loopt op het strand. Waar komt de wind vandaan? Waarom daar? Waaruit ontstaat die wind. Hoe draait ie dan? Hoe kan het dat er nog steeds zandkorrels hier liggen? Waarom komt de zee niet verder? Waar stopt het water met zakken door het zand? Je zegt dat dit nat zand is, maar zand is toch zand, en water is toch water, dan kan zand toch niet nat worden..?

Heb ik daar alle antwoorden op? Nee. Wil ik dat? Misschien. Wil deze vragensteller, zoons, de kinderen in de praktijk, in de clubs en trainingen, in de klas, dat? Misschien. Misschien verwachten ze dat: antwoorden. Misschien denken ze dat ze antwoorden willen.

En misschien willen ‘we’ eigenlijk wel iets anders….

Wat wil een kind met een vraag? Das de eerste beschouwing. Wat wil iemand met een vraag? Dat kan verschillende dingen zijn. De vrager wil dat je luistert. Hij wil dat je meekijkt in zijn wereld. Hij wil dat je er even helemaal voor hem bent. De vrager wil een inhoudelijk antwoord, zodat hij bijvoorbeeld verder kan op onderzoek.

Ik wil aandacht voor mijn zoektocht. Ik wil een oor, dat mij echt hoort. Ik wil oog voor wie ik ben. Want… ik bèn mijn zoektocht. Ik kan mijn denkwijze niet loskoppelen van wie ik ben.

Ja, je mag er zijn, maar houd nu wel even je mond.

Vraagt mijn onderzoeker iets van mij, van zijn opvoeders, van zijn leermeesters? Nee, hij vraagt helemaal niets. Hij vraagt dat ik er zó ben dat hij er kan zijn. En ja, daar is ruimte voor nodig, en tijd en aandacht.

Niets zo leuk, en zo echt samen, als samen op onderzoek! Rara hoe zit dat?

 

Ervaren hoe je ook contact kan maken met de leefwereld van je gevoelig denkende kind? Weet je welkom!

Hadewych Simonis is coach en trainer voor Gevoelige Denkers in Monster.  In individuele begeleidingstrajecten en groepstrainingen werkt zij met kinderen, en hun ouders en begeleiders aan grond onder de voeten. Zodat de Gevoelige Denker weer stevig staat!

Voorbeelden komen uit mijn werk met kinderen en opvoeders in praktijk GRONDIG, uit club GRONDIG HB, trainingen Rots & Water -HB, en coachtrajecten van ouders en kinderen. Overeenkomsten berusten niet op toeval. Wat ik beschrijf is menselijk, en zien we dagelijks terug in ons leven van alledag. In de praktijk en daarbuiten.

Ik kom vooruit, en ik blijf staan.

Ik kom vooruit, en ik blijf staan.

Laat je niet afleiden! Doorzetten! Van proberen kun je leren! En: Gewoon negeren. – Ik hoor het dagelijks, op scholen, van ouders in de praktijk, kinderen in de praktijk en als adagio op social media.

Maar: Door alle focus op doorzetten, negeren, en gaan voor je doel, vergeten we ons gevoel en wat ons werkelijk belemmert.

De ander kant is ook waar: door focus op pijntjes, angst en gevoel van onzekerheid, vergeten we ons doel, kunnen doorzetten en richten. Is er misschien een middenweg…? Nee, er is tijd en ruimte voor beiden!

Ik loop met mijn hoofd naar voren, gespannen gericht op mijn doel, en struikel over mijn benen. Of, ik sta stil, neig naar achteren, houd mijn adem in, en er gebeurt niets.

In het eerste geval vlieg ik vooruit en weet ik niet waar ik ben. In het tweede blijf ik staan en weet ik niet waarheen ik op weg ben.

Laten we ze eens beide aandacht geven. Ik sta voor een smal wiebelig bruggetje, klaar om eroverheen te lopen, naar de andere kant van het ravijn.

Argh, dit is eng!

I
Eerst richt ik me op mezelf, dichtbij:

1. Ik adem uit, zet mijn voeten op de grond, ik houd mijn lijf recht, mijn buik vrij, en ik adem drie keer in en uit?

2. Waar ben ik?

3. Wat voel ik?

4. Waar voel ik dat?

II

Dan kijk ik naar mijn doel:

5. Wat wil ik? Wat is mijn doel?

6. Hoe ziet dat doel eruit?

III

En dan neem ik mezelf mee in dat doel:

7. Hoe sta ik daar? Wat zie ik daar? Wat doe ik daar? Hoe ruikt het daar?

8. Wat voel ik daar en waar voel ik dat?

IV

En tot slot ga ik weer terug naar mezelf en bedenk ik wat ik nodig heb om mijn eerste stap te zetten. 

Om die eerste stap te zetten, zal ik mijn voet moeten lichten en mijn zwaartepunt een beetje naar voren moeten plaatsen. Ik richt me op mijn doel, èn ik blijf bij mezelf. Ik ga een beetje naar voren, zonder te vallen. Het lukt me om mijn voeten en mijn adem mee te nemen.  Ik blijf staan, terwijl ik vooruitkom! Ik kom vooruit terwijl ik blijf staan!

Ik ben ik, en dat zie ik in jou!

Ik ben ik, en dat zie ik in jou!

We leren onszelf kennen in contact met anderen in wie wij ons herkennen.

Ik houd mijn arm voor mijn werk. Nee, ìk heb dat bedacht! Jij doet mij na! En onze jongste, toen 1 jaar oud, riep verontwaardigd uit: Nee, dat kan nieeeeet! Dat is mijn rode Ferrari! , toen zijn broer aangaf dezelfde kleur auto het mooist te vinden. Het lijkt of het ik wordt opgebouwd uit niet-jij.

En toch….

Wat als ik geboren was bij de apen, bespraken we in de praktijk laatst. Hoe zou ik dan lopen? Hoe zou ik praten? Hoe leer ik eigenlijk wat ik leer? Hoe heb ik al die dingen geleerd die ik nu kan?

We doen de apen even na, en we doen elkaar na. Zo werkt het bij de club. We doen wat we denken, we denken door, we filosoferen, en smullen van gedachte-experimenten. Lekker buiten als het weer het toelaat, en bewegend in de ruimte. Want … ook dat is waar… we zijn niet alleen ons hoofd.

Terug naar onszelf en de ander. Als ik tussen de apen opgroei, word ik vanzelf een beetje aaps. Dat is ook wel zo handig, want ik zal moeten eten en drinken en spelen met hen. En wat gebeurt er nu als ik in het woud een – echte – soortgenoot ontmoet…?

Ik leer dingen van mezelf kennen die ik nooit eerder heb gezien. Ik wist niet dat ik dat kon! Ik wist niet dat ik dat ook was! Dus dit kan ik allemaal zijn, dus dit kan ik worden, dus ik ben ook leuk als ik dit van mezelf laat zien!

Ik leer mezelf kennen in contact met de ander in wie wij ik mij herken.

 

Hadewych Simonis werkt in Monster (Westland) met Gevoelige Denkers en hun ouders en opvoeders, opdat zij zichzelf beter leren kennen en aan zichzelf en in de wereld kunnen laten zien. Hoogbegaafd, hoogsensitief, HB, HSP, coaching en training, Ik leer leren, Rots & Water, club GRONDIG HB.

 

Ik weet mijn concentratieknopje te vinden.

Ik weet mijn concentratieknopje te vinden.

zaklichtlampIk kan me niet concentreren.”, zegt hij. “Ik leer die tafels nooit!”
– Hoe gaat dat, je niet concentreren?,  vraag ik.
Nou, dan wil ik iets doen, of nee, dan moet ik iets doen, bijvoorbeeld de tafels leren, en dan, voordat ik het eigenlijk door heb, ben ik al weer wat anders aan het doen.
– En dan?  Nou dan blijf ik gewoon, bijvoorbeeld, stuiterballen en vergeet ik alles. – Behalve die stuiterbal… Ja! En dan hoor ik niks, zegt mijn moeder, en dan wordt ze soms boos. Maar ik ben dan echt, zeg maar, ergens anders.
– Je gaat helemaal op in je stuiterbal..?  Er bestaat even niets anders meer voor je..
Ja, precies! Hoe moet dat nou?
– Wàt een concentratie, zeg ik! Wat kun jij je goed concentreren!
De lamp doet ’t uitstekend van deze jongeman. De lamp die zijn concentratievermogen voorstelt. Hij richt hem alleen op iets anders dan hij (of zijn moeder) wenst of verwacht.
We gaan, samen, op onderzoek: Waar wil je je lamp op richten? Hoe lang blijft ie aan? Wanneer zet je je lamp aan? Waar zet je hem aan? Hoe zet je hem aan, en waar bewaar je die lamp?
Zo leerde deze jongen wat concentratie was, hoe hij zijn concentratie op kon zoeken, het concentratieknopje aan kon zetten. En.. wat zijn motivatie daarvoor was! Tja… toen waren de tafels eigenlijk een peulenschil!
Ik weet mijn concentratieknopje te vinden, en kies mijn focus.
 Hadewych Simonis is kindercoach en trainer in weerbaarheid/ leerbaarheid, Monster, Westland. Leren leren, Rots en Water, Bal-A-Vis-X, HB, HSK.